Venen en vochtige heide - buitenpost van de Hoge Venen
In de zuidelijke, hoger gelegen gebieden van het Nationaal Park Eifel, in de regio Wahlerscheid, zijn slechts een paar kleine veengebieden en vochtige heides te vinden. Samen met andere kleine venen in de omgeving van het Nationaal Park (bijv. “Wollerscheider en Hoscheider veen” in Simmerath-Lammersdorf of het “Mützenicher veen” bij Mützenich aan de Duits-Belgische grens) vormen ze de uitlopers van het in België gelegen hoogveen-gebied de “hoge venen”. Hoge venen en tussenvenen worden alleen aangetroffen waar voedselarme bodems en zeer hoge regenval van meer dan 1000 millimeter per jaar voorkomen. Hier vestigen speciale mossen (“veenmos”) zich en verdringen bijna alle andere planten. Ze groeien in de hoogte en vormen een kussen van langzaam afstervend en veenvormend plantmateriaal. Op deze manier raakt de begroeiing steeds verder verwijderd van het minerale substraat en dus van het grondwater. Tenslotte zijn de planten uitsluitend aangewezen op het regenwater voor hun water- en voedingsstoffenvoorziening. Bovendien verzuurt turfmos de omgeving door zuurafgifte.
Tussenvenen zijn dergelijke venen, die qua locatie tussen de zeer voedingsarme en zure hoogvenen en de voedingsrijkere vlakvenen zijn gelegen. Naast de veenmoskussens zijn hier vochtige weiden met Erika (de zogenaamde klokheide), seggenriet en heide-berkenbossen te vinden. Hoge- en tussenvenen zijn zoals alle extreme locaties, gekenmerkt door een bijzondere flora en fauna. Ook voor deze heidevelden geldt dat er tal van bedreigde soorten zijn en deze vereisen speciale beschermingsmaatregelen. Daarom, en vanwege hun naburige locatie tot de even waardevolle graslandbiotopen, maken ze deel uit van de beheerszone van het Nationaal Park Eifel.