Vragen en antwoorden
Hier vindt u antwoorden op veel gestelde vragen over Eifeler Nationaalpark thema’s.
Aarzelt u a.u.b. niet contact op te nemen met het Nationaalpark-Bosbeheer als u nog meer vragen heeft. U helpt ons ermee de lijst te verbeteren.
info@nationalpark-eifel.de
Ten eerste kunt u de wandelkaart van de Eifelverein kopen. Ten tweede zijn alle officiële wegen bewegwijzerd, en u kunt zich een overzicht verschaffen op de informatieborden aan alle ingangen. Neem a.u.b. acht op de daarop vermeldde regels die in het natuurgebied geldig zijn.
Ree, edelhert, wilde zwijn en moeflon.
Ree, edelhert en wilde zwijn hebben zich in Midden-Europa tijdens de laatste 150 jaar weer sterk uitgebreid. In Duitsland is hun aantal sterk toegenomen. Eén van de oorzaken daarvoor is het voedingsrijke cultuurlandschap maar ook het doelgerichte voederen met mais of graan en de aanleg van speciale weiden, rijk aan kruiden, in de buurt van het bos, speciaal voor het wild, de zogenaamde ‚Wildwiesen’.
Vooral in de winter, als er bijna geen ander voedsel te vinden is, eten ree, edelhert en moeflon de knopjes van de jonge bomen. Zijn er te veel van deze dieren, zou dit de ontwikkeling van de zaadjes en loofbomen kunnen verhinderen. Geliefd bij ree, moeflon en edelhert zijn namelijk vooral de beuken en andere loofbomen; die zijn veel attractiever voor het wild dan naaldbomen. Het veranderen van een in het Nationaalpark niet inheems naaldbos in een loofbos, bijvoorbeeld d.m.v. het planten van jonge beukebomen, is daarom niet mogelijk zonder ingreep in het wildbestad. Momenteel is het aantal grote wilde dieren nog zo hoog dat boomsoorten zoals de beuk, esdoorn, kers, es, lijsterbes, esp en wilg bijna niet voorkomen zonder hekken eromheen die ze beschermen.
In het Nationaalpark mag de natuur zo min mogelijk beïnvloedt worden. Daarom worden er hier geen dieren gevoederd.
In het Nationaalpark Eifel zijn er veel reeën en edelherten die door hun eetpatroon het bos beïnvloeden. Daardoor kan het doel van het Nationaalpark ‚Ontwikkeling van bossen die van nature hier thuishoren’ vertraging oplopen of zelfs verhinderd worden. Op het, aan het Nationaalpark grenzende landbouwgrond, kan het vooral door de wilde zwijnen tot een economische schade komen, omdat de dieren op de akkers naar voedsel zoeken en de bodem omwroeten. Daarom mag – om de ontwikkeling van het bos te bevorderen en economische schade te voorkomen – het aantal planteneters niet te hoog worden. De invloed van het wild op de ontwikkeling van het bos wordt regelmatig onderzocht door het Nationaalpark-Bosbeheer. Aan de hand daarvan kan ze afleiden of, waar en hoe een regulering nodig is.
Het complete afzien van regulerende ingrepen is de Nationaalpark-Philisofie ‚Natuur natuur laten zijn’ het liefst. Principieel rust daarom de jacht in het Nationaalpark. Dat is in de verordening van het Nationaalpark Eifel juridisch vastgelegd. Maar daar staat ook dat wilde dieren, als het om het behouden van of voor de ontwikkeling van natuurlijke bosvegetaties nodig is, gereguleerd kan worden. Dit is niet alleen zo in het Nationaalpark Eifel, want in alle Duitse Nationaalparken worden in het bijzonder edelherten, maar ook andere hoefdieren, gereguleerd. (Informatie van EUROPARC over jacht). Wanneer en hoe dit in het Nationaalpark Eifel afloopt, is geregeld in de Jachtverordening. Zo zijn er bepaalde gebieden voorzien van rustzonen, (Bijv. een kleine 1000 ha op de Dreiborner Hoogvlakte). Op de overige vlakten van het Nationaalpark vindt er een wildregulatie alleen dan plaats, als het aan de hand van de volgende redenen nodig is:
- Bestrijding van epidemiën onder het wild
- Het vermijden van wildschade buiten het Nationaalpark of
- Als beschermingsdoeleinden van het Nationaalpark, zoals de ontwikkeling van plantenvegetaties die van nature hier thuishoren, bedreigt worden.
Uitsluitend edelhert, ree, wilde zwijn en moeflon. Alle andere dieren – bijvoorbeeld vos, steenmarter en haas, maar ook op kraaiachtigen en watervogels wordt niet
gejaagd.
Om in ervaring te brengen hoeveel grote wilde dieren er in het Nationaalpark leven, worden er regelmatig verschillende onderzoekingen gedaan. Er wordt bijvoorbeeld onderzocht in welke mate de dieren de bosontwikkeling beïnvloeden. Hiervoor worden er bepaalde vlakten waar ree en edelhert geen toegang hebben vergeleken met vlakten waar ze hun eigen voedsel vandaan halen. Daarbij ziet men aan de verschillende ontwikkeling van de planten hoe groot de invloed van de dieren is. Bovendiem telt men de edelherten elk jaar weer op dezelde plaatsen.
Het doel van het Nationaalpark-Bosbeheer is het ingrijpen in de wildpopulatie alleen in het allerergste geval toe te laten. Binnen het Nationaalpark mogen de natuurlijke gebeurtenissen zo min mogelijk worden beïnvloedt – ook als het wildbestand teruggedrongen moet worden. Daarom worden er vooral jonge dieren gejaagd, want ook in de natuur is de sterfte bij jonge dieren zeer hoog. Bovendien vindt er geen ‚trofeeën jacht’ plaats, d.w.z. jacht op oudere dieren met grote geweien.
Momenteel geschiedt de regulering alleen door schieten. Er worden gemeenschappelijke ansitz jachten en de zogenaamde drijfjacht doorgevoerd. Bij de drijfjacht worden den dieren door drijvers en honden uit hun dekking gedreven. Dit is een efficiënte methode om de wilde zwijnen, reeën en edelherten binnen korte tijd te reguleren. In het Nationaalpark wordt dit vooral in oktober tot december uitgevoerd. Daardoor wordt de mogelijke jachttijd verkort tot maar een paar weken en de dieren worden het gehele verdere jaar niet meer gestoord. Zo worden in verloop der tijd eigen en voor de gasten in het Nationaalpark beter te beleven.
Het uitoefenen van de jacht wordt gecoördineerd door het Nationaalpark-Bosbeheer. Meer dan 100 jagers, die niet bij het bosbeheer horen, nemen tegen een tegemoetkoming in de kosten deel. Zij moeten minstens één keer per jaar aan een bijscholing over het Nationaalpark Eifel deelnemen. Iedere jager – privé of medewerker van het Nationaalpark-Bosbeheer – moet elk jaar een bewijs van schietvaardigheid afgeven.
Het vlees van de geschoten dieren wordt in de regio verkocht. Voor die tijd worden er biologische onderzoekingen gedaan naar gezondheid, leeftijd, grootte en gewicht van de dieren.